Zeven Hoofdzonden: Cathérine Moerkerke
Weinig mediafiguren hadden een blitzcarrière als Cathérine Moerkerke. Amper 26 was de West-Vlaamse toen ze in 2004 anker van het VTM-NIEUWS  werd. Na tien jaar ruilde ze de presentatiestoel in voor die van reporter. Haar laatste worp is ‘Succesrijk!-Topondernemers in Vlaanderen’, een reportagereeks waar we – hopelijk – een inkijk in het zondige leven van vijf Vlaamse Zuckerbergs krijgen. Maar eerst moet ze zelf over haar Zeven Hoofdzonden vertellen.

Dinsdag, half vier, Gent. Cathérine Moerkerke (41) komt met rode kaken de studio van de fotograaf binnen. ‘Sorry, sorry,’ stamelt ze verlegen. Al een uur wachten we op haar. Haar eerste hoofdzonde komt dus op een presenteerblaadje.

TRAAGHEID

Kom je vaak te laat?

MOERKERKE: “Ja. Ik ben een slechte organisator, vooral mijn timemanagement is een ramp. Ik onderschat de duur van afspraken: een gesprek waarvan ik denk dat het een kwartier gaat duren, wordt al snel een uur. Ik moet daaraan werken, want het bezorgt me continu stress. Ik heb ook last van uitstelgedrag. Die topondernemers nemen hun telefoon en lossen een probleem onmiddellijk op, maar ik blijf alles voor me uitschuiven: facturen die moeten betaald worden, naar de tandarts gaan, enzovoort. Daarom zijn ook afspraken een probleem. Tot het laatste moment denken ‘Dat lukt me wel’ en dan vaststellen dat je een uur te laat bent. (lacht)

Er bestaan elektronische agenda’s die je aan een afspraak herinneren, Cathérine.

MOERKERKE: “Da’s allemaal veel te ingewikkeld. Ik vergeet er dan naar te kijken, of die Iphone ligt net op het cruciaal moment af.”

Je kan ook een manager nemen.

MOERKERKE: “Nooit gehad. Ik ben altijd vast in dienst geweest bij VTM. Financieel niet zo interessant, ik weet het, maar nooit dacht ik: ‘Ik ben nu schermgezicht, ik wil een manager om te gaan onderhandelen.’

Je bent moeder van twee kinderen, werkt in de media en je hebt nog nooit over een burn-out geklaagd. Scheelt er iets met je?

MOERKERKE: (lacht) “Ja, ik ben een kind van de X-generatie: hard werken en niet klagen. Al vind ik eerlijk gezegd dat mijn jongere collega’s het beter aanpakken. Ze plaatsen levenskwaliteit voor professionele ambities. Als er een burn-out dreigt, gaan ze sneller op de rem staan. En ze durven er – zoals Eva Daeleman, bijvoorbeeld – ook over getuigen. Chapeau! Volgens mij hebben er veel van mijn generatie met een burn-out rondgelopen, zonder dat ze het wisten.”

Ben je er ooit in je carrière dichtbij geweest?

MOERKERKE: “Neen. Wellicht omdat ik mijn job zo graag deed en op de juiste momenten afwisseling zocht. Toen ik nieuwsanker was, dreigde het even fout te lopen. Ik voelde dat ik dit niet tot mijn pensioen zou volhouden. De routine begon te wegen. Ik heb afwisseling nodig, maar als anker ligt je dagschema vast. Op dat uur zit je in de schmink, dan is er briefing, dan schrijf je je teksten, daarna ga je live, enzovoort. Terwijl ik reportages van collega’s aankondigde, dacht ik: ‘Zij beleven het en ik zit hier vast in de studio. Ik voelde me als een leeuw in een kooi.’ (lacht) Ik moet kunnen buiten komen, onder de mensen zijn. Daarom ging ik reportages maken voor Telefacts.”

Je lijkt niet snel tevreden. “Ik vind van mezelf dat ik een heel saai leven heb,” las ik in een interview.

MOERKERKE: “Ja. Gelukkig is mijn job boeiend. (lacht) Ik zou nooit een reportage over mezelf willen maken. Er is niks exotisch aan mijn leven. Ik ga af en toe op reis, doe wat sport en heb twee kindjes. That’s it.  En ik vind dat perfect.”

Doe jij je niet saaier voor dan je bent? Zo herinner ik me een filmpje waar je tijdens een concert van Goose total loss ging op de Werchter-weide. Tot je in de mot kreeg dat je gefilmd werd. Toen ging de rem er weer op.

MOERKERKE: “Ik heb inderdaad wel een wilde kant. Maar daar ben ik zuinig mee. Ik ben een slapende vulkaan die op tijd en stond eens moet kunnen uitbarsten. Een continu losbandig leven, zegt me niks. Dat zou me alleen maar uitputten.”

En wat moet ik me bij die uitbarstingen voorstellen? Drie dagen aan de XTC op Tomorrowland?

MOERKERKE: (lacht) “Neen, gewoon eens de Mont Ventoux op fietsen of eens doorzakken in een bruin café. Zoals ik al zei: er gebeurt niks spectaculairs in mijn leven. Ik leid wel aan Fear of Missing Out (FOMO). Altijd denk ik dat ik een bangelijk feestje of fantastisch concert heb gemist. Maar dat komt natuurlijk omdat ik ze niet in mijn agenda heb opgeschreven. Ik kan me soms voor de kop slaan als ik ’s anderdaags de foto’s op Facebook zie.”

Zit je vaak op de sociale media?

MOERKERKE: “Neen. Beroepshalve ben ik dat wat verplicht, maar ik zorg ervoor dat het zo weinig mogelijk over mezelf gaat. Ik huiver van de zelfbevrediging die Instagram en Facebook genereren. Ik vind dat zelfs een beetje vies. Familiefoto’s post ik sowieso niet.  Mijn twee kinderen hebben er niet voor gekozen om publieke figuren te worden. Ik ga ook niet met hen in ‘de boekskes’ staan, men respecteert dit. Maar ik vraag diezelfde pers ook geen tickets voor de nieuwste Disney-première. Het is het één of het ander: als je als BV van het systeem profiteert, moet je ook verdragen dat je kinderen op de rode loper gefotografeerd worden.”

 

GULZIGHEID

Aan je lichaamsbouw te zien, vermoed ik dat je geen gulzig persoon bent.

MOERKERKE: “Je vergist je. Een zak Chokotoffs moet er volledig aan geloven. En straks val ik dat sixpack Jupiler in de frigo aan. Als ik een frituur binnenstap, ben ik niet te houden. Dan moet ik een grote met stoofvlees, mét mayonaise én een frikandel special hebben. Ik kan me ziek in frieten eten, maar evenzeer twee dagen vergeten om te eten. Van het werk thuiskomen en vaststellen: ‘Oei, ik heb vandaag enkel maar een appel binnen.”

Hou je van bier?

MOERKERKE: “Eigenlijk ben ik een rode wijndrinker, maar op café staat dit zo bekakt en krijg je toch maar brol voorgeschoteld. Als alternatief durf ik wel eens een zwaar biertje drinken: een La Chouffe of Chimay.”

Dat zijn wel dikmakers. Moet je op je lijn letten?

MOERKERKE: “Ik moet er vooral op letten niet te mager te worden. Vooral in stresssituaties – examens, opnames – gaat mijn verbranding in overdrive. Dan zie ik er niet uit. Ik voel die gejaagdheid dan door mijn lijf razen. Dan kan ik op een dag drie kilo kwijt geraken.”

Heb je ooit drugs gebruikt?

MOERKERKE: “Ik heb vroeger wel eens wiet gesmoord. Maar dat is me een paar keer serieus misvallen. In Corsica ben ik ooit eens van mijn sus gedraaid omdat ik op mijn nuchtere maag marihuana had gerookt. En tijdens een optreden van Johan Verminnen ben ik eens beginnen flippen. Plots voelde ik de helft van mijn lichaam niet meer. ‘Ik ben verlamd,’ schreeuwde ik tegen mijn broer. Ik was volledig in paniek.”

Dat heb ik ook wel eens als ik naar Johan Verminnen luister. Hoe liep het af?

MOERKERKE: “Mijn broer heeft me naar huis gevoerd. Een paar uur later was ik er bovenop, maar ik heb nooit meer een joint aangeraakt. Dat lukte probleemloos, want ik ben niet gevoelig voor verslavingen. Ik was bijvoorbeeld een gelegenheidsroker. Eén sigaretje in het weekend en gedaan. Ik heb een soort natuurlijke rem.  Als ik te veel alcohol drink, zegt mijn lichaam: ‘Drink nu maar een paar dagen water.’ Zelfs lekker eten kan ik probleemloos laten staan. Als ik morgen alleen nog bruin brood en appels zou mogen eten, heb ik daar totaal geen probleem mee.”

Ooit harddrugs, zoals XTC of cocaïne genomen?

MOERKERKE: “Ja, kilo’s. (lacht) Ben je gek? Ik flip al op wiet, ik wil niet helemaal kierewiet worden. Daar ben ik een te grote controlefreak voor. Alhoewel ik af en toe wel stevig zat ben geweest. Niet slim, want alcohol is uiteindelijk ook een harddrug, hé? Maar eens goed overgeven en je bent ervan af. Althans, zo lijkt het toch. Ik maakte een reportage over alcoholici en heb gezien hoe zwaar sommige mensen het hebben om ervan af te geraken. We onderschatten die verslaving.”

HEBZUCHT

Hebzucht is de moeder van alle kwaad, schreef de Griekse filosoof Diogenus. Je kan dus maar best vrijgevig zijn.

MOERKERKE: “Dat leerde ik ook van mijn topondernemers. ’Ga niet op je geld zitten,’ zeggen ze. ‘Geef om terug te krijgen.’ Organiseer etentjes voor je klanten, nodig je personeel uit in de voetballoge, investeer bij anderen. Als je alleen maar je geld oppot, ben je na een tijdje de klos.”

Ben je materialistisch ingesteld?

MOERKERKE: “Ik vind van niet. Ik heb een gewone bedrijfswagen, draag geen sierraden en woon niet in een sjiek huis. Mijn meubels zijn oude kasten van mijn grootmoeder, die vooral een emotionele waarde hebben. Alle materiële zaken mogen me afgepakt worden. Als ik morgen op een zolderkamertje moet wonen, so be it. Ik zal daar niet ongelukkig van worden. Maar die houding heb ik mezelf moeten aanleren. Er was een tijd dat ik wel verlangde naar een paar Louboutins, die ik me – helaas- nooit heb kunnen permitteren.”

Heb je een paar guilty pleasures waar je toch veel geld kan uitgeven?

MOERKERKE: “Ik heb ooit eens 800 euro betaald voor een paar A.F. Vandevorst-botten. In een kwaliteitsschoen investeren vind ik geen folieke. Op mijn zestigste ga ik die nog dragen. Ook reizen en restaurantbezoeken mogen wat geld kosten. Als je er toch zit, kan je er maar best van genieten. Liever een iets duurdere lekkere wijn, dan een goedkope chateau migraine. Al hoeven het geen sterrenrestaurants te zijn. Mijn beste culinaire ervaring was een simpele Japanner in Costa Rica.”

Geef jij aan goede doelen?

MOERKERKE: “Ik had lang een bestendige opdracht bij Artsen Zonder Grenzen. Tot ik begon te twijfelen. ‘Misschien is dat een grote fabriek en sponsor ik manager X, Y en Z,’ dacht ik. Dus ik zoek nog een vervanger waarvan ik weet dat het geld zeker rechtstreeks bij de hulpbehoevenden terecht komt.”

GRAMSCHAP

Wat kan je kwaad maken?

MOERKERKE: “Een gebrek aan hoffelijkheid in het verkeer. Het uitblijven van een bedankje als je iemand voorrang verleent, bijvoorbeeld. Of chauffeurs die al een uur in de file staan en het vertikken om je voor te laten tijdens het ritsen. Ze zouden maar eens tien seconden tijd moeten verliezen. Waarom is iedereen zo hard met zichzelf bezig? Dat zegt veel over ons, de mens. We gunnen een ander zo weinig.”

Over gramschap gesproken, ik las dat het op jullie redactie nogal heeft gestoven. In welk kamp zat jij: dat van Kris Hoflack of Nicholas Lataire?  

MOERKERKE: “In geen van beide, ik was daar niet bij betrokken. Dat ging over Het Nieuws, maar daar werk ik al een tijdje niet meer voor. Ook over de inhoud van de kritiek (red; het kamp Hoflack vond dat de kwaliteit van het nieuws achteruit ging) kan ik me niet uitspreken. Ik heb het de laatste tijd te druk gehad om nog veel nieuws te bekijken.”

Met wat jaag jij anderen de kast op?

MOERKERKE: “Mijn nonchalance. ‘Jij leeft nog alsof je zestien bent,’ zei een vriend me onlangs. Op die leeftijd is het leven elke dag een feest, je hebt geen verantwoordelijkheden. Ik denk nogal snel dat alles goed komt. ‘We zien wel,’ is mijn standaardzinnetje. Met dat relativeren kan je mensen irriteren die wél een probleem zien. Vaak ben ik me daar niet van bewust.”

Je straalt één en al zachtmoedigheid uit. Jij die je stem verheft, lijkt me straffer dan Bambi die in een bloeddorstige wolf verandert. Of vergis ik me?

MOERKERKE: “Ik uit inderdaad zelden mijn woede. Als ik met iemand een probleem heb, kaart ik dat niet aan. Maar eens de emmer der ergernissen vol is, is er ook geen weg meer terug. Gedaan is gedaan. Ik vin dit geen goede karaktertrek bij mezelf. De mensen in mijn leven met wie het tot een breuk kwam, hebben dat zelden zien aankomen.”

Zorgt dat gebrek aan assertiviteit er ook niet voor dat mensen over je heen lopen?

MOERKERKE: “Soms. Maar ik vind nu eenmaal veel zaken niet belangrijk genoeg om drama over te maken. Pas op, ik bewonder die meteen protesteren als hen iets niet aanstaat. Maar ik durf dat niet, zeker niet nu ik een schermgezicht ben. ‘Als ik mijn mond opentrek, dan gaan ze denken dat ik het in mijn bol heb gekregen,’ denk ik dan.  Wellicht speelt hier ook de erfenis van de X-generatie: je moet het goede voorbeeld geven en vooral niet denken dat je meer bent dan een ander.”

Wanneer heb je voor het laatst gevochten?

MOERKERKE: “In de lagere school. Met een meisje. Ik weet niet meer waarom, alleen dat het mijn beste vriendin was met wie ik een haat-liefde verhouding had. Ik deed toen judo, dus ze had geen schijn van een kans.” (lacht)

Heb je maatschappelijke ergernissen?

MOERKERKE: “De inefficiëntie van ons politiek systeem. Ons land stagneert op alle vlakken. De helft van de topondernemers die ik volg, raadt zijn kinderen aan om in het buitenland een zaak op te starten. Ze klagen vooral over de rechtsonzekerheid: de ene dag is het zus, de andere zo. Het is ook geen geheim dat de belastingdruk voor onze bedrijven zowat het hoogst is in de wereld.”

Zijn die ondernemers gelukkiger dan ons?

MOERKERKE: “Ze staan gulziger in het leven. Je voelt heel hard die drive. Ze blijven telkens naar nieuwe uitdagingen zoeken. Ik zou in hun plaats al lang gezegd hebben: cashen en rentenieren. Nu, dat is wellicht de reden waarom zij topondernemers zijn en ik niet. Ze doen een miljoeneninvestering en zoeken meteen een ander project. ‘Het bekomen van de zaak, is het einde van het vermaak,’ zei er één. Dat vat hun mentaliteit helemaal samen.“

Die uitdrukking is ook van toepassing op overspel. Op het moment dat je maîtresse met haar valies voor je deur staat, is de lol eraf.

MOERKERKE: “Inderdaad, het verlangen is vaak plezanter dan de realiteit. Al ben ik op dat vlak geen ervaringsdeskundige. ”

ONKUISHEID

Wat ons naadloos bij onkuisheid brengt. Wat vind jij onkuis?

MOERKERKE: “Alles wat zonder wederzijdse toestemming gebeurt. Alles kan, zolang je er maar beide plezier aan hebt.”

Wat ons dan weer naadloos bij #metoo brengt.

MOERKERKE: (blaast) “Ik ben die discussie zo moe. Ja, ik heb al eens een ongepaste sms ontvangen, maar daar weet je als vrouw toch mee om te gaan? Ik antwoord kordaat: no thanks, maar even goede vrienden.”

Volgens een onderzoek zou vijftig procent van de vrouwen in de media- en cultuursector te maken hebben gehad met grensoverschrijdend gedrag.

MOERKERKE: “Maar wat is grensoverschrijdend? Blijkbaar mag je al geen x-je achter een sms zetten. Mannen zijn van nature jagers, je moet ze gewoon af en toe eens op hun plaats zetten. Ik ben ook geen assertieve, maar ik weet wel hoe ik moet counteren. Je weet wat mannen willen, je weet hoe ze zich voelen, dus ga je daar vriendelijk, doch vastberaden, tegenin. Bij mij werkt dit. Pas op, ik begrijp dat wanneer je in een ondergeschikte positie verkeert, dat niet altijd makkelijk is. Maar, eerlijk, ik heb van al dat grensoverschrijdend gedrag in de media nog niet veel gezien. Ik ben nooit gestalkt of aangerand geweest. Ze hebben ook nooit ongevraagd mijn borsten aangeraakt. Misschoen moet ik me wel beledigd voelen? (lacht)

Ik hoorde al vrouwen klagen dat mannen geen complimenten meer durven geven.

MOERKERKE: “Klopt. De schrik zit er goed in. ‘Hey je benen zijn mooi in die nieuwe rok,’ wordt meteen gevolgd door een verontschuldigend lachje: ‘Oei, me too!’ Lichamelijk contact is al helemaal uit den boze. Ik zal snel de arm van iemand aanraken om hem op zijn gemak te stellen. Wel, ik kan me voorstellen dat je dat als man niet meer durft. De slinger is te ver doorgeslagen. Elke vrouw is gevoelig voor een complimentje van een man. Ze krijgt graag bevestiging. Wie dat ontkent, liegt. (denkt even na) Misschien zie ik het probleem niet omdat ik nooit nare ervaringen heb gehad. Vroeger vergezelde ik vriendinnen naar huis omdat ze niet alleen in het donker over straat durfden lopen. Ze hadden schrik om aangerand te worden, maar ik zag nooit het probleem. Misschien ben ik extreem naïef. Geen goede eigenschap voor een journalist, hé? (lacht)

Hoe belangrijk is seks voor jou?

MOERKERKE: “Belangrijk. De mens is nog altijd een dier. We hebben nog altijd onze driften. En die kunnen we niet zomaar uitschakelen. En laat ons eerlijk zijn: seks is ook plezant. Het geeft je het gevoel dat je écht leeft.”

Vermindert de goesting met de leeftijd?

MOERKERKE: (schopt tegen mijn been) “Zeg vriend, ik ben nog niet bejaard, hé.”

Goed, hoeveel keer doe je het gemiddeld per week?

MOERKERKE: (tweede trap onder tafel)Onnozelaar! Je kan daar toch geen getal op plakken? Je weet dat net zo goed als ik: met je lief in een viersterrenhotel in Ibiza is de goesting groter dan na twee uur file op de Brusselse ring. Zeker als er bij je thuiskomst nog kleine kinderen aan je kop zeuren. Dan wil je maar één ding: slapen. Maar de seksuele onthouding mag niet te lang duren. Anders scheelt er iets aan je relatie.”

Was je er vroeg bij?

MOERKERKE: “Ja en nee. Ik had vroeg vriendjes, al op mijn tiende, maar onder de gordel was lang een no-go-zone. Pas op mijn achttiende ben ik met een jongen naar bed geweest. Ik ben daar wel trots op. Vooral omdat mijn vriendjes altijd een pak ouder waren. Toen ik zestien was, verkeerde ik met iemand van 24. Die had al een pak seksuele ervaring, maar ik bleef de non uithangen. ‘Heb jij al die vieze dingen met je ex-liefjes gedaan? Bah!’ zei ik verontwaardigd. Maanden heeft die op zijn kin moeten kloppen, ik versta nog altijd niet hoe een gezonde jongeman dat zo lang heeft kunnen volhouden.”

Dat moet nogal vonken gegeven hebben toen de relatie uiteindelijk geconsumeerd werd. 

MOERERKE: “Niks, voor hij de kerk kon binnengaan, heb ik hem de bons gegeven. Vreemd, want met ‘de ware’ kon ik niet snel genoeg in bed belanden. Die moést ik hebben.”

Kan je seks zonder liefde hebben?

MOERKERKE: “Neen. Geen onenightstands voor mij. Een vrouw kan volgens mij alleen maar vrijen met iemand waar ze ook een potentiële partner in ziet. Ook al wordt hij dat vaak niet, de gedachte moet er wel – al is het maar voor eventjes – zijn. Een man die seks met me wil, moet me overhoop gooien. Waarom zou ik me letterlijk en figuurlijk bloot geven aan iemand die me niet triggert?”

Wat vind jij goede seks?

MOERKERKE: “Het ultieme gevoel van verbondenheid bereiken. Het samensmelten. Op een roze wolk zweven en denken dat je er nooit af zal vallen.”

Is de tragiek van goede seks niet dat die fantastische vrijpartijen vaak gepaard gaan met zware verliefdheid? Het blijft dus nooit duren.

MOERKERKE: “Maar het blijven wel mooie herinneringen. (lacht) En het is een cliché, maar je krijgt wel iets moois in de plaats: liefde. Je kan niet elke keer de ultieme extase bereiken. Wie daar naar streeft, wordt ongelukkig. Een heroïneverslaafde zijn eerste shot wordt ook niet meer geëvenaard. Maar we moeten ook niet fatalistisch zijn. Met een gezonde dosis fantasie kan je je seksleven boeiend houden. Mensen die naar parenclubs gaan, bijvoorbeeld, ik snap dat.”

Ga jij naar parenclubs?

MOERKERKE: (lacht) “Neen. Zelfs al zou ik dat willen, zou ik niet durven. Vlaanderen is te klein, iedereen zou me herkennen. En dan moet je je gedragen. (stil) ‘Daar gaat mijn privacy,’ was het eerste wat me opkwam toen ik slaagde voor mijn anker-screentest. Ik was me daar toen al héél goed van bewust en heb het daar nog steeds lastig mee. Dat Goose-momentje op Werchter, bijvoorbeeld. Dat was iemand met een Iphone die me filmde. Een dag later vind je dat dan terug op HLN.be. Zo in de gaten gehouden worden, ik vind dat eng.”

Je valt natuurlijk op, met die goudblonde haren en mooie blauwe ogen. Kan je zelf ook genieten van een mooi vrouwenlichaam?

MOERKERKE: “Ja. Ik heb daar geen moeite mee.”

Zou je erotische gevoelens voor een vrouw kunnen koesteren?

MOERKERKE: “Absoluut. Ik vind de vrouw een zeer aantrekkelijk wezen. Maar voor alle duidelijkheid: ik ben hetero. Ik heb op een zatte studentenfuif eens een meisje gekust, maar daar bleef het ook bij. Misschien heb ik wat te weinig geëxperimenteerd. (knipoog). ”

Kijk je wel eens naar porno?

MOERKERKE: “Ja. En ik vind dat ook niet onkuis. Mijn computer is zelfs eens gecrasht omdat ik er teveel naar keek. Dat ding was geïnfesteerd door virussen. Belangrijke voetnoot: dat kwam omdat ik aan het researchen was voor een tv-programma over porno.”

Jaja, dat zeggen alle journalisten die gesnapt worden met porno op hun laptop.

MOERKERKE: (grinnikt) “De man aan de informaticahelpdesk van VTM maakte net dezelfde opmerking. Maar het was echt waar. De insteek van de reportage was het hoge aantal zelfdodingen van porno-actrices in Amerika. Omdat de concurrentie moordend is, wordt er van de actrices steeds meer extremere dingen verwacht. Velen kunnen de druk niet aan en grijpen naar drugs of beroven zich van het leven.”

Naar welke porno gaat je voorkeur? Lesbian? Of toch maar een triootje met twee fors geschapen mannen?

MOERKERKE: (veert recht) “Denaeghel! Dat behoort tot de privésfeer. Alleszins geen gore dingen.”

Voor de derde keer geef je me een por. Een bewijs dat het niet simpel is om iemand over onkuisheid uit te vragen.

MOERKERKE: “Omdat het iets heel privé is. Ken je iets persoonlijker dan je seksleven? Mocht iedereen er vrijuit erover praten, zou ik dat ook doen. Maar nu verklaart men je gek. Ik heb geen zin dat gans Vlaanderen me na dit interview een losbandige trien vindt.”

Vond je het lastig om tijdens de naturistenreportage van Cathérine uit de kleren te gaan?

MOERKERKE: “Toch wel een beetje. Toen ik de naakte voorzitter van de naturistenvereniging ontmoette, durfde ik niet naar beneden te kijken. Ik bleef maar naar zijn ogen staren. (lacht) Ik vreesde dat ze opgewonden zouden raken door mijn naakt lichaam. Ze beweerden dat ze hun erectie onder controle konden houden, maar ik vertrouwde het zaakje niet: ik ben niet all the way gegaan. Maar uiteindelijk bleek mijn vrees onterecht. Ze liggen daar niet wakker van een extra vagina.”

IJDELHEID

Ben je ijdel?

MOERKERKE: “Als schermgezicht het tegendeel beweren zou belachelijk zijn. Maar eerlijk: ik zie mezelf niet zo graag op televisie bezig. Het hoort bij mijn job, maar ik ben eigenlijk geen tv-figuur. Ik kan absoluut niet wat Karen Damen en James Cooke kunnen. Daarvoor heb ik een veel te gesloten karakter. Het was ook zeker niet de bedoeling om een bekend figuur te worden. Ik heb het enorm moeilijk om iets van mezelf prijs te geven. Dat filmpje waar ik me amuseer op de Werchter-weide, ik word ongemakkelijk als ik ernaar kijk. Ik ben écht geen tafelspringer. Daarom vind ik het tof dat ik nu de rol van reporter kan aannemen. Mijn gasten zijn belangrijk, niet ik.”

Heeft dat gesloten karakter met je opvoeding te maken?

MOERKERKE: “Misschien wel. Als kind was ik het populaire Mieke – ik was sportief, haalde goede punten in de klas. De leerkrachten droegen me op handen, maar mijn moeder temperde altijd. ‘Behandel haar maar als de rest, ze hoeft al die complimenten niet.’ Als je de spotlights op me zet, heb ik dat nu ook niet graag.”

Ooit weigerde je een shoot voor P-magazine. ‘Ik ben daarvoor toch niet mooi genoeg?’ zei je. Ben je dan niet tevreden over je uiterlijk?

MOERKERKE: “Jawel, maar ik ben niet zo knap als Véronique De Kock. Die is duizend keer mooier dan ik. Ik heb fluthaar waar ik elke dag op vloek. En een beetje een haakneus, maar dat vind ik niet erg. Uiteindelijk – hier ben ik opnieuw met een cliché – is wat je uitstraalt het belangrijkste.”

Wie straalt als honderdduizend zonnen is Bo Van Spilbeeck. Uit de reportage die je over hem maakte, bleek dat jij al jaren op de hoogte was over zijn verlangen om vrouw te worden. Heb je hem een duwtje gegeven om zich te outen?

MOERKERKE: “Het zal je misschien verbazen, maar ik heb vooral tegengas gegeven. De stap die ze gezet heeft, ik hield daar mijn hart voor vast. Honderd keer heb ik het hem gevraagd: ‘Ben je wel zeker? Je bent een publiek figuur, besef je de consequenties? Zou je niet wat wachten?’ Maar ik praatte tegen een muur: er was geen houden aan. Toen besefte ik hoe hardnekkig dat verlangen was. Het was alsof er hem een oerdrift voortstuwde. Ik zie het als de wil van de natuur. Die kan je niet tegenhouden.”

Eén belangrijke vraag bleef in je reportage onbeantwoord: vindt zijn vrouw het wel fijn dat ze door Bo in een lesbische relatieverhouding werd gedwongen?

MOERKERKE: “Dat het niet makkelijk is voor zijn entourage, dat staat buiten kijf. Dat heeft tijd nodig. Maar er zijn precedenten en dan hoor je de partners toch vaak zeggen: ‘Je wordt niet verliefd op het lichaam, maar op de persoon.’ Het is ook mààr het geslacht. In zijn binnenste zal Bo niet zoveel verschillen van Boudewijn.”

JALOEZIE

Ben je een jaloers type?

MOERKERKE: “Een heel klein beetje. Wie té jaloers is, verliest zijn waardigheid. Ik zal bijvoorbeeld nooit mijn partners gsm controleren op berichtjes. Bezitterig zijn in de liefde vind ik zinloos. Je kan dat toch niet sturen. Ik wil dat iemand uit zichzelf met zijn volle goesting bij mij is. ”

Ben je trouw?

MOERKERKE: “Ja. Ik ben eigenlijk wel trouw.”

Die ‘eigenlijk’ intrigeert me.

MOERKERKE: (lacht) “Correctie: ik bén trouw. Neen, er is een keer een foutje gebeurt, maar daar wil ik niet verder over uitweiden.”   

Zou je jouw partner een scheve schaats kunnen vergeven?

MOERKERKE: “Ik zou er kapot van zijn, maar ik denk het wel. Het is het leven, in geen enkele relatie blijven de sterren altijd gunstig staan. En ‘en route’ kom je wel eens iemand anders interessants tegen. Het zou onnatuurlijk zijn indien we geen gevoelens voor anderen konden koesteren. Eén hete nacht op zakenreis, dat hoef ik zelfs niet eens te weten. Maar wel als hij een affaire start en zij in mijn tijd met hem gaat zitten. Dan word ik van ondergeschikt belang en dat wil ik niet.”

Ben je ooit al gekwetst geweest in de liefde?

MOERKERKE: “Best wel. Als prille twintiger was ik behoorlijk naïef. Een lief bedroog me waar ik bijstond en toch zag ik het niet. Of ik wou het niet zien, dat kan ook. (lacht)

Is er iemand die je benijdt?

MOERKERKE: “Personen die heel vroeg in hun leven weten wat ze willen. Zoals de ondernemer Bart Versluys. Die investeerde op zijn zestiende al in kunst. Ik vind dat fascinerend. Terwijl wij ons geld in Nintendo-games of een BMX staken, kocht hij kunstwerken van James Ensor.”

In de media is er wel eens naijver t.o.v. schermgezichten. Merkte jij jaloerse blikken op de redactievloer toen je anker werd?

MOERKERKE: “Pfff, je hoorde wel wat waaien. ‘Die maakt wel héél snel carrière. Ze heeft nog niks bewezen.’ Ik begreep dat ook, ik was amper twee jaar in dienst. Maar dat vooroordeel ebde snel weg. Veel hangt af hoe je met die promotie omgaat: ik stelde me bewust low profile op. Ik zou trouwens evengoed achter de schermen kunnen werken. Al zou ik wel de rechtstreekse appreciatie missen. Mensen spreken je over een reportage aan omdat ze je gezicht kennen. Jij krijgt de complimenten, de crew helaas niet. Maar er is ook een keerzijde: als het slecht is, moet je ook in de wind gaan staan.”