Nooit meer vlees: HUMO sprak met dierenactivisten
Een snikhete vrijdag in augustus. Drie dierenactivisten zoeken verkoeling aan een tafeltje in de Gentse Vooruit. De recordtemperaturen stemmen hen allerminst vrolijk. “Wij zitten gezellig in de airco, maar daarnet reed ik op de autostrade een varkenstransport voorbij. Als ik die beesten opeengepakt in de hitte zie zitten, is mijn dag om zeep,” zegt Ann De Greef (GAIA). Benjamin Loison (Bite Back) zucht. “In het Eén-journaal vertelde men dat de acteurs van Thuis het te warm hebben omdat ze de winterscènes met dikke jassen aan het opnemen zijn. En daar moeten wij dan medelijden mee hebben, terwijl overal dieren creperen.”

Benoit, jullie zijn met Animal Rights in een varkensstal gaan filmen om de hittestress bij die dieren aan te klagen. Kwam er al reactie uit de hoek van de varkenshouders?

BENOIT VAN DEN BROECK (Animal Rights): “We krijgen altijd hetzelfde naar ons hoofd geslingerd: we doen aan stemmingmakerij, we overdrijven, we hebben de slechtste varkensboerderij bezocht, we hebben net dat ene ongezond varken gefilmd, enzovoort. Elk jaar sterft gemiddeld 3% van de varkens in de stallen, tijdens warme zomers loopt dit op naar vijf procent. Als je weet dat er elk jaar in België elf miljoen varkens geslacht worden, gaat dit over honderdduizenden dieren.”

‘De boeren doen al het mogelijke; ze sproeien en verluchten. Ze hebben er ook alle baat bij dat hun dieren gezond zijn,’ vertelde men bij de Boerenbond. Kortom, veehouders zitten ook in met het welzijn van hun dieren.

ANN DE GREEF (GAIA): “Ik durf dat te betwijfelen. Ik ken boeren die ontkennen dat chirurgische biggencastratie, waar de ballen er met een mes uitgesneden worden, pijn doet. ‘Als we die biggen castreren en we zetten die terug in de stal, gaan die gewoon terug bij de moeder,’ zeggen ze. So what? Als een kind van de trap valt, gaat hij ook huilen bij zijn mama, hoor. En ondertussen maar beweren dat ze hun beesten graag zien. Onderweg naar hier zag ik honderden koeien onbeschut in de weides rondlopen. Bij drieëndertig graden, in de vlakke zon. Je gaat me toch niet vertellen dat ze geen bomen kunnen planten voor wat schaduw?”

BENJAMIN LOISON (Bite Back): “Zo’n weer verhoogt ook het risico voor stalbranden, een fenomeen dat ze goed kennen in Nederland. Dit jaar stierven al bijna honderdduizend dieren in het vuur. Veel stallen hebben geen rookdetector en gebrekkige verluchting, met rampzalige gevolgen. Dieren zijn gebruiksvoorwerpen geworden. Men stockeert varkens als wc-rollen. Soit, dierenleed is nu eenmaal inherent verbonden aan intensieve veeteelt. Daarom willen wij zo snel mogelijk alle slachthuizen afschaffen.“

Beseffen jullie dat het euthanaseren van de veeteeltsector voor sociale drama’s kan zorgen? De landbouwsector kampt al met hoge zelfmoordcijfers.

LOISON: “Dat klopt. En juist daarom zien we bij Bite Back niet enkel de dieren als  slachtoffer, maar ook de veeboeren. Door de kleine winstmarges op het vlees, kunnen ze niet anders dan naar schaalvergroting gaan, wat een enorme druk met zich meebrengt. Boeren willen liever kleinschaliger produceren, maar dan zijn ze niet concurrentieel. Gewoon omdat de consument zo weinig mogelijk voor vlees wil betalen.”

Ik snap het. Maar nog eens: wat moeten die werkloze veeboeren gaan doen?

LOISON: “Iets anders, net zoals steenkool- en metaalarbeiders zich vijftig jaar geleden hebben moeten heroriënteren. De transitie naar een vleesvrije wereld zal nog wel enkele generaties duren, hun nakomelingen krijgen dus ruim de tijd om zich om te scholen. We kunnen toch de klok niet meer omkeren. De veeteeltsector is al een tijdje een terminale patiënt. Zonder overheidssubsidies zou ze al lang niet meer bestaan. Miljoenen euro’s wordt er in die sector gepompt.”

VAN DEN BROECK: “Subsidies die beter zouden aangewend worden om de transitie naar plantaardig voedsel te maken. Het is toch godgeklaagd dat we die vleessector met belastinggeld in leven houden? Een doorsnee-zelfstandige moet de boeken neerleggen als hij geen winst maakt, maar een verlieslatende veeboer kan door de subsidies rustig verder doen. Dat is toch niet rechtvaardig?”

Het valt me op dat de roep om slachthuizen af te schaffen veel luider klinkt bij Bite Back en Animal Rights dan bij GAIA. Of vergis ik me?

DE GREEF: “Het is ook onze droom, hoor. Maar als je met supermarkten wil samenwerken om verbeteringen inzake dierenwelzijn te realiseren, dan moet je niet afkomen met slogans ‘Alle slachthuizen dicht’ – 95% van hun klanten eet vlees. Dan kan je niet meer aan Colruyt vragen om geen eieren van legbatterijen of vlees van gecastreerde biggen meer te verkopen. Zaken die we door onderhandelingen gerealiseerd hebben. Vandaag staat in het lastenboek van Lidl dat de dieren van hun leveranciers nooit onverdoofd mogen geslacht worden. Dat bereik je niet door op tafel te slaan. Wij werken liever in kleine stappen waar we op korte termijn iets aan dierenleed kunnen doen.”

VAN DEN BROECK: “Je kan veel tussenstapjes nemen, maar ik denk dat de tijd rijp is om de kernboodschap duidelijk te formuleren. Volgens Animal Rights is er stilaan een maatschappelijk draagvlak om slachthuizen af te schaffen. Mensen beseffen dat dieren net als hen pijn kunnen lijden en gevoelens kunnen hebben. Ze evolueren naar evenwaardige wezens in onze maatschappij.”

Hoe ver gaan jullie daar in? Heeft een mug voor jullie evenveel rechten als een mens?

VAN DEN BROECK: “Wij evalueren soort per soort. Hét criteria: kan het dier pijn lijden? Bij niet-gewervelden, zoals insecten, is daar twijfel over. We waken ook over het emotioneel welzijn van een dier. Als je een kalf wegneemt van een koe – wat helaas de gang van zaken is bij melkvee – dan breng je dat moederdier enorm veel emotionele schade toe.”

LOISON: “Bij Bite Back zijn we anti-speciesist. Wij willen geen discriminatie op basis van soort. Voor ons maakt het niet uit of je nu een mens bent of een kreeft. Wie zijn wij om andere levende wezens uit te buiten of pijn doen? Aan die arrogantie doen wij niet mee. Voor ons ligt speciesisme in de lijn van racisme of seksisme. Wie zichzelf als mens boven een dier plaats, doet net hetzelfde als een blanke die zich superieur waant tegenover een zwarte.”

Maar is het geen biologisch gegeven dat diersoorten elkaar gaan domineren? Door zijn intellectueel vermogen staat de mens aan de top van de voedselpiramide. Een bevoorrechte positie die hij door duizenden jaren evolutiebiologie heeft verworven.

DE GREEF: “Dolfijnen zijn ook héél intelligent en die zitten opgesloten in een betonnen plonsbad. Je hebt ons net een goed argument gegeven om de dolfijnen in Brugge vrij te laten.  Voor GAIA hoeven dieren niet dezelfde rechten als mensen te krijgen, we willen gewoon dat voldaan wordt aan zijn noden. Een kreeft hoeft geen stemrecht te krijgen, maar wij vinden wel dat hij het recht heeft op leven – en dus niet levend gekookt wil worden.”

LOISON: “Als we van onszelf pretenderen dat we een beschaafd wezen zijn, is het maar normaal dat we de zwakkere wezens in onze omgeving ook positieve rechten toekennen: dat ze zich vrij in de natuur kunnen bewegen, bijvoorbeeld.”

VAN DEN BROECK:  “Er heerst een dubbele moraal inzake dierenwelzijn. Ik kan het niet rijmen dat je goed voor je hond zorgt, maar ondertussen wel vlees eet of cosmetica gebruikt dat op dieren getest werd. Waarom het ene dier wél en het andere niet doden?

Dan rest er toch maar één optie? Veganist worden.

LOISON: “Inderdaad, dierenwelzijn draait niet enkel om misbruik, je gaat dieren ook niet gebruiken. Je eet geen afgeleide producten zoals eieren en staat niet toe dat dieren voor wetenschappelijke proeven gebruikt worden.”

Dus als je kanker uit de wereld kan helpen mogen daar geen handvol muizen voor sneuvelen?

LOISON: “Ik draai het om: is het verantwoord dat we tien mensen doden om er duizend te redden? Dat dier heeft er niet voor gekozen om als levende proefbuis te fungeren. Ik durf dierproeven te vergelijken met de experimenten in nazi-Duitsland op zigeuners en gehandicapte kinderen. Dat veroordelen we allemaal, maar uiteindelijk komt het op hetzelfde neer: het misbruiken van een ‘onderwezen’ dat niet over zijn eigen lot kan beslissen.”

VAN DEN BROECK: “Wij vinden dierproeven hoogst onbetrouwbaar. Er zijn voldoende voorbeelden waar dierproeven net de medische vooruitgang in de weg kunnen staan. Een aspirine, bijvoorbeeld, is dodelijk voor een kat. Indien dit medicijn in zijn ontwikkelingsfase door katten werd getest, dan zou het nu niet bestaan. Vaak zijn grote medische doorbraken toevalstreffers waar je eigenlijk geen dieren voor nodig had. En er zijn alternatieven mogelijk: zoals computersimulaties gebaseerd op artificiële intelligentie.”

DE GREEF: “We ontkennen niet dat er wetenschappelijke vooruitgang door dierproeven geboekt is, maar we moeten er wel op termijn van af. We willen quota, want nu doet men maar op. Na onze undercoveroperatie aan de VUB heeft het Brusselse gewest een target opgelegd: minder dan 25% proefdieren. En dat is makkelijk te realiseren. Zo ontdekten we dat er vaak parallelle onderzoeken met proefdieren gevoerd worden. Bijvoorbeeld twee universiteiten die allebei dezelfde tumorcellen op muizen testen. Bij GAIA hebben twee onderzoekers honderden dieren hun leven gered door ‘de dubbele’ eruit te halen. Laten we ook de dierproeven op huishoudproducten stoppen. In de cosmetica is het al verboden, maar waarom moeten dieren het slachtoffer worden of een nieuw afwasmiddel al dan niet schadelijk is voor de mens? Er zijn genoeg geteste schoonmaakproducten voorhanden. En wees kritisch voor jezelf als onderzoeker. Men doet al tien jaar aan de KUL onderzoek met primaten. Om Alzheimer te genezen, maar met nul komma nul resultaten. Ja, stop er dan mee, hé. ”

VAN DEN BROECK: “Als samenleving zijn we teveel gericht op het genezen i.p.v. te voorkomen. De ontwikkeling van Alzheimer is duidelijk gelinkt aan de consumptie van rood vlees en melkproducten. We zouden ons beter op de oorzaken focussen dan hoeven we niet achteraf naar medicatie te grijpen waarvoor dieren hebben moeten sterven.”

Tobias Leenaert, oprichter van EVA (Ethisch Vegetarisch Alternatief), vindt dat veganisten wat meer pragmatischer en minder principieel moeten zijn. Als hij bij vrienden voor een etentje uitgenodigd wordt, gaat hij geen vegetarische spaghetti weigeren omdat er toevallig een eierdooier in de saus zit. Hoe zit dat bij jullie?

VAN DEN BROECK: “Ik ga dat niet opeten. Tobias heeft daar een lossere kijk op, maar ik zou het niet door mijn keel krijgen. Ik zie meteen het leed dat achter dat ei zit. We moeten van de illusie af dat je door geen vlees te eten al het dierenleed oplost. Je kan daar als vegetariër misschien je geweten mee sussen, maar het tegendeel is waar.”

LOISON: “Klopt, melk is het witte vlees. Iemand die zijn vleesconsumptie integraal door zuivelproducten vervangt, berokkent het dierenwelzijn net meer schade. Een melkkoe wordt vijf jaar uitgebuit en eindigt uiteindelijk ook in het slachthuis. Als ik mocht kiezen, dan reïncarneer ik liever in een vleeskoe: dan ben je na één jaar van alle miserie af.”

Het is net deze rigide houding waar Tobias Leenaert voor waarschuwt. ‘Wees geen eikel,‘ zegt hij tegen radicale veganisten. ‘Leef je wat meer in bij anderen die een andere levenswijze dan de jouwe hanteren. ‘

VAN DEN BROECK: “Begrijp me niet verkeerd, ik vind het heel positief dat mensen vegetariër worden, maar als je écht consequent wil zijn, en naast dierenwelzijn ook iets aan het milieu en de klimaatopwarming wil doen, dan word je beter veganist.”

LOISON: “En we zijn pragmatisch. Tijdens onze sensibilisering raden we de mensen aan om in stapjes te werken: begin met een paar dagen per week plantaardig te leven. Ik besef dat de drempel groot is. Het heeft me ook drie jaar gekost om van vegetariër naar veganist over te schakelen.”

DE GREEF: “Dierenrechtenactivisten moeten proberen om de kloof tussen de vleeseters – nog altijd 95 % van de bevolking – en de anderen zo klein mogelijk te houden. Als je vleeseters er op wijst dat vegetarisme nog niet genoeg is, vergroot je alleen maar de afstand. Als ik in het Vlaams parlement wordt uitgenodigd voor een vegetarische lunch, ga ik niet moeilijk doen over wat kaas en melk in de saus. Het is toch niet de bedoeling om de puurste der puren te worden? Ik geloof trouwens niet dat iedereen veganist gaat worden. Daarom zetten we bij GAIA heel hard in op kweekvlees. Dat zijn stamcellen van dieren die zich vermeerderen en spiervezels vormen. Je hebt dus geen levende materie meer nodig om vlees te produceren. Die techniek bestaat al op laboniveau, het moet enkel nog op grote schaal gerealiseerd  worden.”

Dus voor GAIA hoeven we nog niet meteen zuivelproducten uit ons menu te schrappen?

DE GREEF: “Eten moet ook nog lekker blijven. Misschien zijn bij langdurige veganisten de smaakpapillen al wat aangepast, maar ik vind het aanbod van smakelijke veganistische producten eerder beperkt.”

LOISON: “Dat moet ik ten stelligste tegenspreken. In de VS is de vegan business aan het boomen, steeds meer lekkere gerechten waaien naar hier over, en je ziet ook hier steeds vaker vegan-restaurants opduiken.”

VAN DEN BROECK: “Onlangs besliste Richard Branson om op de Virgin-vluchten alleen nog plantaardig voedsel aan te bieden. Het is belangrijk dat mensen met aanzien een voortrekkersrol gaan spelen. Daarom zou ik in jouw plaats, Ann, wél in het parlement op een veganistische lunch gaan hameren. Niet iedereen krijgt die kans om iets te veranderen.”

DE GREEF: “Ik heb met parlementsleden wel belangrijkere zaken te bespreken, dan over een stukje kaas te discuteren. Soms krijg ik de indruk dat jullie vinden dat enkel vee-dieren lijden. België is vijfde op de lijst van de EU-lidstaten met meest pijnlijke dierproeven. Dat mag ook wel wat aandacht krijgen.”

VAN DEN BROECK: “Wij richten ons het liefst op de intensieve veeteelt omdat je er als consument onmiddellijk iets kan aan doen en het leed astronomisch groot is. Er worden jaarlijks driehonderd miljoen kippen geslacht. Een groot deel komt met gebroken vleugels of poten in de slachthuizen aan. Daarom zeggen wij tegen de mensen: als je onmiddellijk iets aan dierenleed wil doen, stop dan met kip te eten. Je smaakt nog amper het verschil met plantaardige alternatieven.”

En zo’n bio-kip die veel plaats heeft om rond te lopen? Die hebben toch niet zo’n slecht leven gehad?

LOISON: “Je zegt toch van je hond ook niet: hij heeft een fantastisch leven gehad, ik ga hem slachten?”

DE GREEF: “Bij mij liggen kippen gevoelig. Ik vind dat héél fascinerende wezens. Ze zijn zeer intelligent, iedereen onderschat dat. Bio staat trouwens niet gelijk aan diervriendelijk. Veel bio-boeren in Wallonië castreren nog hun varkens.”

LOISON: “Inderdaad, wij gaan met Bite Back nooit bio-vlees promoten. Want uiteindelijk eindigen die dieren ook in de kookpot.”

Hoe ver bepaalt jullie ideologie jullie privéleven? GAIA-boegbeeld Michel Vandenbosch vertelde ooit dat hij nooit zou kunnen kussen met een vrouw die vlees eet.

VAN DEN BROECK: “Ik zou ook niet kunnen kussen met een vrouw die kaas eet.”

LOISON: “Ik ook niet. Dat is voor mij hetzelfde als dat ik een relatie met een racistische vrouw zou hebben. En voor degene die denken dat ze zo moeilijk aan een lief zullen geraken, veganisme is al lang geen rariteit meer. Het geitenwollensokkenaura errond is verdwenen. Dat zie je aan het aanbod van plantaardige alternatieven in warenhuizen. Dat neemt exponentieel toe: van vegan pizza’s tot broodbeleg. Er is een kantelpunt in aantocht. En eens dat bereikt, kan het snel gaan. Dan wordt veganisme de norm en vlees eten een uitzondering.”

Maar hoe ver ga je daarin? En waar stopt het? Ik las dat je ook geen rode wijn meer mag drinken omdat dit vaak geklaard wordt met gelatine.

VAN DEN BROECK: “Er is veganistische wijn, hoor. Maar honderd procent vegan leven lukt nooit. Als je in een taxi of bus stapt, wordt de motor wellicht gesmeerd met dierlijke vetten. Het belangrijkste is dat je probeert zo diervriendelijk mogelijk te leven. ‘Iedereen die de weg neemt naar Vegan Ville moet je toejuichen,’ zegt Tobias Leenaert in zijn boek. Ook al zit er eens een hapering tussen.”

Benoit, undercoverbeelden van Animal Rights toonden de wantoestanden in een Tielts slachthuis aan. Een varkensboer vertelde me dat als je uit duizenden minuten beeldmateriaal een ‘best off’ van enkele minuten maakt, je op iedere werkvloer, ook buiten de vleessector, wel wantoestanden zult vinden.

VAN DEN BROECK: “Ik geef toe dat dit inderdaad een selectie van de ergste gevallen is, maar de wantoestanden gebeuren wél. Het is onze taak om te tonen wat er verkeerd loopt in een slachthuis, niet wat er goed is.”

Overdrijf ik als ik beweer dat jullie enkel de statistische fouten in een voor de rest prima productieproces gefilmd hebben?

DE GREEF: “Zelfs al is de statistische foutenmarge maar één procent, dan nog spreek je over lijden van honderdduizenden dieren. ‘Dat we enkel de uitzonderingen filmen,’ dat hoorden we bij GAIA al in de jaren ’90 toen we de dierenmishandeling op de veemarkten aanklaagden. ‘GAIA heeft honderden uren gefilmd maar ze tonen maar vier minuten,’ zeiden ze. Wat dachten ze, dat we een film van zestig uur aan de pers gingen tonen? Bovendien is misbruik vaak repetitief. Onze proefdieren-activiste aan de VUB zag elke dag hetzelfde: de muizen werden met een balpen de nek gebroken, of met een schaar de kop afgeknipt, of levend in een diepvries gestoken. Je kan dat geen honderd keer na elkaar in een undercoverreportage tonen.”

Is het niet mentaal zwaar om als undercoveractivist dat dierenleed van zo dichtbij te ervaren?

DE GREEF: “Wij hebben mensen in dienst die hen intensief begeleiden en dienen als klankbord. Want het is niet te onderschatten. Je moet tegen iedereen liegen met wat je bezig bent. Ook geen Facebook meer, want er mogen geen sporen naar dierenactivisme leiden. Je raakt dus sociaal geïsoleerd. En dan zwijg ik nog over het dierenleed dat je dagelijks live meemaakt.”

VAN DEN BROECK: “Onze undercover-man moest in het slachthuis met een pistool zelf varkens doden. Hij heeft daar achteraf maanden nachtmerries over gehad. Maar hij moest zich als een normale slachthuiswerker gedragen, anders zou hij door de mand vallen. ”

DE GREEF: “Dat zouden we bij GAIA nooit toestaan. Wij vragen onze medewerkers enkel om te registreren, we gaan niet participeren aan dierenleed. Uiteindelijk doe je dan hetzelfde als hen.”

VAN DEN BROECK: “Dan wordt bepaald undercoverwerk onmogelijk. Voor onze filmpjes wist men niet wat er in reguliere slachthuizen gebeurde. Nooit eerder slaagde een organisatie er in om daar te filmen. Het resultaat mag gezien worden: slachthuizen worden nu doorgelicht, er is cameratoezicht, er zijn animal wellfare-officers – allemaal zaken waar dierenwelzijn gebaat mee is. Soms heiligt het doel de middelen.”

Een veeboer vertelde me dat je dierenwelzijn in zijn perspectief moet zien. Je kan niet verwachten dat iemand die op één uur 800 koeien van een vrachtwagen duwt, dat met evenveel empathie en geduld doet als iemand die thuis één poedel te verzorgen heeft.

VAN DEN BROECK: “Dat klopt ergens wel. Het zware en intensieve werk in de slachthuizen, stompt de arbeiders af. Op het einde van een slopende schift, zal je inderdaad niet meer zo vriendelijk met dieren omgaan. Daarom moet je gewoon de hele handel afschaffen.”

DE GREEF: “Ik dacht nochtans dat veeboeren hun dieren zo graag zagen? Die tegenstrijdigheden zijn typisch. Het ene moment verkondigen ze dat slecht behandelde dieren ‘uitzonderingen’ zijn, het volgende moment geven ze zelf toe dat je niet voor elk dier evenveel zorg kan dragen. Ik denk persoonlijk dat er bij die mannen vaak een gebrek aan kennis speelt. Veehandelaars denken nog steeds dat je een opstandige koe in beweging krijgt door erop te kloppen, maar het is juist het tegenovergestelde: het dier gaat nog meer blokkeren, er zijn zachtmoedige technieken om ze te doen stappen.”

Michel Vandenbosch werd ooit door veeboeren het ziekenhuis ingeslagen. Worden jullie soms agressief benaderd?

VAN DEN BROECK: “Dat durven ze niet meer. Met de moderne communicatiemiddelen weten ze dat elke misstap gefilmd en in een mum van tijd publiek gemaakt wordt. En een slechte beurt in de pers kunnen ze missen als kiespijn. In stilte hun zaakjes verder afhandelen, dat doen ze het liefst.”

Soms zijn jullie het over bepaalde acties niet eens. Zoals het varken Charlotte dat door de Franse actiegroep Animal 269 uit een slachthuis bevrijd werd. Bite Back steunde de actie, maar Animal Rights en GAIA niet. Waarom?

VAN DEN BROECK: “Ik vind dat je altijd naar het rendement van een actie moet kijken. Uiteindelijk heb je het slachtproces maar enkele uren uitgesteld en één varken gered. En de beeldvorming in de media was niet positief: het varken krijste, er werd geduwd en getrokken, mensen werden verhinderd hun job te doen. De activisten worden als ordeverstoorders gezien en men dreigt sympathie te krijgen voor het slachthuispersoneel. Het waren de activisten die in de spotlight stonden en niet de dieren, dat kan niet de bedoeling zijn.”

LOISON: “De media hebben die actie negatief geframed. De aandacht ging vooral naar de manier waarop het varken uit het slachthuis werd gehaald. Omdat ze bij haar bevrijding krijste – wat elk varken bij aanraking doet – besloot een radiojournalist dat ‘het niet de beste dag was voor dat varken’. Volgens mij had dat varken net wel de beste dag van haar leven. In plaats van in koteletten te worden versneden, liep ze een paar uur later dartel in een wei rond. Als brandweermannen een jankende hond uit een brandend huis zouden halen, zou iedereen applaudisseren. Maar een krijsend varken van de slachtbank redden, dat is blijkbaar niet oké. ”

DE GREEF: “Ik vind het fantastisch voor Charlotte, ze heeft haar vrijheid verdiend. Maar de andere varkens hebben dat ook verdiend en wat hebben ze voor hen gedaan? Wat wij met onze acties beogen zijn structurele maatschappelijke veranderingen. En daar gaan soms generaties over. Een steekvlampolitiek werkt soms, maar lang niet altijd. We hebben ook fouten gemaakt. Het visjes drinken in Geraardsbergen bijvoorbeeld. In de jaren ’90 waren de geesten totaal niet rijp om dit af te schaffen. Het enige wat we daar verkregen hebben is dat men ze niet meer in de cafés mocht drinken, maar wel nog op de Oudenberg. Maar ondertussen werden we wel weggezet als fundamentalisten en keerde de publieke opinie zich tegen ons. Het momentum is belangrijk. Je moet ervoor zorgen dat je actie een maatschappelijk draagvlak heeft, want als je te vroeg bent schiet je je doel voorbij.”

LOISON: “Maar hoe weet je wanneer het juiste moment aangebroken is? Dat groeit toch organisch? Kijk naar de burgerrechterbewegingen in de VS. Je had de partij van Martin Luther King, die van Malcolm X, de Black Panthers, enz. Ze waren misschien niet allemaal even effectief maar het is wel het geheel van al die bewegingen die voor de doorbraak heeft gezorgd.”

Ik heb wel de indruk dat de politiek luistert naar jullie verzuchtingen. Dat was in het verleden wel anders.

DE GREEF: “Inderdaad. In 1999 slaagden we er met GAIA in om Dierenwelzijn van Landbouw los te koppelen. Dat was onze meesterzet. Omdat we voor de landbouwminister maar een restbevoegdheid waren, delfden we in belangenconflicten altijd het onderspit. Ik begrijp niet dat we dat zo lang gepikt hebben. Mocht Landbouw een restbevoegdheid zijn van Dierenwelzijn, de boeren zouden Brussel afbreken. Soit, de échte doorbraak kwam er in 2014, toen we een Minister van Dierenwelzijn in de drie gewesten kregen: Bianca Debaets (CD§V) in Brussel, Carlo Di Antonio (CDH) in Wallonië en Ben Weyts (N-VA) in Vlaanderen. Nooit eerder hebben we met GAIA zoveel doelstellingen kunnen realiseren dan in de huidige legislatuur.”

Het valt op dat het net centrumrechtse politici zijn die een doorbraak op dierenwelzijn forceerden. Je zou dat nochtans eerder van linkse politici verwachten.

DE GREEF: “’t Ja, we hebben nochtans groene en socialistische ministers op Dierenwelzijn gehad. Maar veel hebben ze er niet van gebakken. Op het verbod van wilde dieren in circussen na, kan ik me van Onkelinx (PS) weinig grootste dingen herinneren. En Magda Aelvoet (Groen) was een totale ramp. Die werkte zelfs tegen. In 1999 hadden we bekomen dat Dierenwelzijn van Landbouw werd overgeheveld naar Volksgezondheid, haar bevoegdheid als minister. Dat was federale materie, maar tijdens de regeringsonderhandelingen heeft ze Dierenwelzijn aan de gewesten ‘verkocht’. Voor elke beslissing over het welzijn van landbouwdieren moest ineens het akkoord van de gewestregeringen gevraagd worden. Met als resultaat dat de gewestelijke landbouwministers alles blokkeerden. Het welzijn van landbouwdieren werd hierdoor enorm gecompromitteerd. Zelf vond ze het zitje in het comité van de Voedselveiligheid (FAVV) dat ze ons bezorgd had, een hele verwezenlijking. (sic) Dan mag je oordelen of de kippenfilets gezond zijn. Daar zijn de dieren vet mee, niet? We hebben er al lang ontslag uit genomen. Links heeft inderdaad kansen laten liggen. Ik moet de PR van Ben Weyts niet doen, maar de feiten zijn er: hij is de beste minister die de dieren in Vlaanderen ooit hebben gehad. Het verbieden van pelsdierkwekerijen en de wet op onverdoofd slachten, dat zijn serieuze verwezenlijkingen.”

Volgens Jan Rodts van Vogelbescherming Vlaanderen heeft Weyts enkel aandacht voor de aaibare dieren: de honden, de katten en de ezeltjes. Vossen en roofvogels kunnen op veel minder aandacht rekenen.

DE GREEF: “Hij heeft nog maar net het dwangvoederen bij eenden verboden. Zijn dat dan zo’n aaibare dieren?”

VAN DEN BROECK: “Daar moest hij maar één bedrijf voor sluiten, dus zwaar onder de indruk ben ik daar niet van. Ik vind dat hij niet genoeg doet. Hij nam na onze acties wel maatregelen tegen de slachthuizen, maar hij neemt de oorzaak niet weg. Als je écht met dierenwelzijn begaan bent, roep je iedereen op om minder vlees te eten. Hij plooit voor de economische belangen van de intensieve veeteeltsector. Het verbod op onverdoofd slachten dat hij erdoor kreeg, vond ik een schijnmanoeuvre. Hij weet dat hij bij zijn kiespubliek daar een groot draagvlak voor heeft: veel N-VA’ers hebben het niet voor moslims, dus is zo’n verbod mooi meegenomen.”

 ‘Het Offerfeest is de dag dat elke islamofoob ineens een dierenactivist wordt,’ schreef Abou Jahjah ooit op Twitter.

DE GREEF: “Komaan, zeg. De wet werd in het parlement door alle partijen gestemd: links, rechts, en het midden. Dat heeft niks met islamofobie te zien. Naar mijn weten is die foie gras-boer géén moslim. En toch heeft hij van Weyts zijn C4 gekregen. Onverdoofd slachten is voor ons géén religieus thema. Het feit dat miljoenen moslims verdoofd vlees eten dat halal-gecertifieerd is, bewijst dit. Dus stop met dit omgekeerd racisme: het is niet omdat een moslim vóór onverdoofd slachten is, dat we hem daarover niet mogen aanspreken.”

VAN DEN BROECK: “Ik vind het hypocriet dat men ritueel onverdoofd slachten verbiedt, terwijl in de reguliere slachthuizen nog steeds dieren onverdoofd geslacht worden. Uit onze onderzoeken bleek dat veel varkens nog bij bewustzijn waren toen ze gekeeld werden. En dat gebeurt niet per ongeluk. Men houdt de concentraties CO2-gas laag om kosten te besparen.  Ook bij kippen houdt men de stroomsterkte in het waterbad bewust laag om bloedingen in het vlees te vermijden. Jaarlijks worden hierdoor miljoenen kippen onverdoofd geslacht, maar daar kraait geen haan naar.“

Wie Weyts voorlopig wel ongemoeid laat zijn de dolfinariums. Een doorn in het oog van Bite Back, nietwaar?

LOISON: “Klopt. Al vijf jaar demonsteren we elke laatste zondag van de maand aan het Boudewijn Seapark. We zijn er dus al zestig keer geweest. Met een sensibiliseringsactie proberen we vooral jongeren duidelijk te maken dat dolfijnen niet in gevangenschap horen.”

Gaan jullie ook soms shows verstoren?.

LOISON: “Neen. Het heeft geen zin om daar één keer amok te maken en dan twee jaar de toegang ontzegd worden door de politie. Zo’n actie zouden we alleen doen als er geen andere middelen mogelijk zijn. Als je het plezier van kinderen verstoort, riskeer je snel de publieke opinie tegen te krijgen.”

VAN DEN BROECK: “In tegenstelling tot stierengevechten waar het leed overduidelijk is, begrijpen veel mensen niet wat er mis is aan dolfinaria. In hun perceptie zijn die dolfijnen gelukkige dieren die zich in een zwembad te pletter amuseren. Hun uiterlijk speelt in hun nadeel: hun mond is zodanig gevormd dat ze altijd lachen. Maar het is een clown die in zijn binnenste huilt.”

Tot slot een filosofische vraag: mag men exoten uitroeien als ze een ecosysteem verstoren en dus een bedreiging zijn voor de biodiversiteit? Een paar jaar geleden werden er zo in Gent honderden Canadese Ganzen vergast en in de stoverij gedraaid.

DE GREEF: “Juist, om het evenwicht te herstellen. Het riedeltje dat jagers ook graag afspelen om er op los te kunnen knallen. Maar wie heeft de dieren losgelaten? Het kan toch niet dat een diersoort opdraait voor de fouten van de mens?  Zoek dan tenminste een diervriendelijke methode om hen te bestrijden.”

LOISON: “En haal om te beginnen geen exotische dieren in huis. De roodwangschildpad, bijvoorbeeld, die is niet per toeval van Florida naar hier gezwommen, hé.  Daar zit een hele handel achter. De mensen kopen zo’n bakje met een schildpadje onder een plastic palmboompje, want de kleine vindt dat schattig. Tot het beestje te groot wordt en ineens weg moet. Ze dumpen het in de natuur en ineens blijkt die bijzonder goed te gedijen in onze vijvers. Uiteindelijk werd het een echte plaag en heeft men de verkoop van roodwangschildpadden verboden. Maar wat gebeurde er? Iedereen ging geelwangschildpadden kopen en de problemen begonnen opnieuw. Wie zei weer dat mensen intelligente wezens zijn? (lacht)